vrijdag 12 december 2008

het open interview

Waarom:
 Verdieping
 Orientatie
 Gevoelige, complexe, subjectieve informatie

Soorten Open Interviews
 Ongestructureerd interview
- Informeel
- Formeel (vrije attitude interview)
 Halfgestructureerd interview (topiclijst)
 Gestructureerd open interview

Eisen aan de interviewer
 Kennis over het gespreksonderwerp
 Goed kunnen luisteren
 Opmerkend
 Inlevend en geinteresseerd
 Tactvol en communicatief vaardig
 Kunnen omgaan met andermans emoties en persoonlijke informatie
 Terughoudend zijn met het uiten van eigen mening
 Zelfkritisch

Voorbereiding
 Inlezen
 Topiclist of beginvraag maken
 Afspraak met respondent maken
 Cassetterecorder regelen (incl. bandje, batterijen en evt. verlengsnoer)
 Zorgen voor een goede interviewruimte

Inleiding
 Voorstellen
 Rolverdeling kenbaar maken
 Doel interview toelichten
 Toestemming vragen voor geluidsopname
 Anonimiteit garanderen

Kern
 Beginvraag of topiclist introduceren
 Doorvragen
- Niet sturend of suggestief
- Enkelvoudige vragen
 Samenvatten
 Non-verbaal gedrag respondent waarnemen
 Letten op eigen (non)verbale gedrag
 Respondent stimuleren

Slot
 Formeel het gesprek beëindigen
 Bedanken
 Evt. afspraken maken over toesturen eindproduct

Achteraf
 Direct uitwerken observatieaantekeningen
 Reflecteren
 Uitwerken geluidsopname en/of schriftelijke aantekeningen

Inhoudsanalyse

Analyse van de open interviews
 Ontleden en expliciteren
 Patronen en samenhang
 Bij labelen gaat het om het abstract maken van de interviews

Stappenplan inhoudsanalyse:
1. Lees het letterlijk uitgewerkte interview goed door
2. Schrap niet-relevante passages
3. Bij gebruik van een topiclist: zet de passages onder het bijbehorende onderwerp (je gaat verder coderen per onderwerp)
4. Gedetailleerd labelen van de interviews tot inhoudelijke verzadiging
5. Vergelijk alle labels; zijn er overeenkomstige labels? Pas eventueel de namen van de labels op elkaar aan.
6. Zoek naar overlap of samenhang tussen de verschillende labels (met je vraagstelling in je achterhoofd)
7. Groepeer of categoriseer de labels naar kernlabels (of kernbegrippen)
8. Trek conclusies naar aanleiding van de kernlabels

Aandachtspunten:
• Een tekstfragment kan meerdere labels hebben
• Gebruik bij een tekstfragment niet meer dan 6 labels
• Zorg ervoor bij het categoriseren dat je weet wie wat gezegd heeft
• Zorg dat je de originele uitgewerkte verslagen goed opgeslagen hebt
• Maak iedere keer nieuwe versies van de analyse
Blok 3: Onderzoek via open interview


Doel onderzoeksleerlijn in blok 3: leren om een onderzoeksvraag te beantwoorden via een open interview.

Boek: praktijkgericht onderzoek in zorg en welzijn, Ferdie Migchelbrink.
Hoofdstuk 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 21

Eindopdracht: Voer een open interview uit om informatie te verzamelen voor een andere schoolopdracht.

Docent: Judith Arts (judith.arts@fontys.nl)


Slotopdracht: Deadline 19-12
Wil je de opdracht later inleveren? vraag dan toestemming aan de docent.

Voer in twee of drietallen een open interview uit, analyseer dat interview en trek daaruit conclusies die je kunt gebruiken bij een andere opdracht voor CMV.

In dit blok heb je geoefend met het voorbereiden en uitvoeren van een open interview. Met behulp van een open interview ga je nu antwoord vinden op een vraagstelling die je zelf formuleert. Het maakt niet zoveel uit wie en waarover je interviewt, als je het maar kan gebruiken bij een opdracht van CMV. Volg de volgende stappen:

1. Als uitgangspunt voor dit artikel bedenk je zelf een vraag en doelstelling. Definieer de belangrijke begrippen en maak eventueel deelvragen.
2. Bedenk wie je gaat interviewen en waarom je deze persoon kiest. Je mag eventueel ook kiezen voor een groepsinterview i.p.v. een individueel interview.
3. Bedenk welke vorm van het open interview je kiest. Afhankelijk van de vorm van het interview maak je een beginvraag, topiclijst of vragenlijst.
4. Je gaat in ieder geval face-to-face en mondeling interviewen. (schriftelijk of telefonisch is dus uitgesloten).
5. Maak een rolverdeling. Wie interviewt en wie registreert?
6. Voer het interview uit. Het interview duurt minimaal 20 minuten.
7. Maak een verbatim (een letterlijk uitgeschreven interviewverslag)
8. Pas de inhoudsanalyse toe.
9. trek conclusies op basis van de inhoudsanalyse
10. Lever in:
a. Een verslag van stap 1 t/m 4 waarin je de keuzes verantwoordt (max.2pagina’s)
b. Het verbatim
c. Een schema van de inhoudsanalyse (met hoofdcodes, subcodes en waarderingen)
d. De conclusies waarin je de vraagstelling beantwoordt.